Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad Mr. Spier, 28 november 2014:
"De ervaring heeft geleerd dat grote voorzichtigheid past bij losse stellingen die verzekeraars menen te moeten etaleren. Dat geldt zeker in (letselschade) zaken. Anders dan de meeste slachtoffers beschikken verzekeraars over voldoende financi?le middelen om onderzoek te (laten) doen ter onderbouwing van door hen nuttig of nodig geachte beweringen van feitelijke aard. Wanneer zij dan volstaan met niet in enig opzicht onderbouwde beweringen verdienen deze in beginsel geen geloof. Ruime ervaring heeft geleerd dat verzekeraars in voorkomende gevallen niet terugschrikken voor het oproepen van in geen enkel opzicht onderbouwde en soms aantoonbaar onjuiste spookbeelden. Zeker van een industrie die zou moeten inzetten op preventie van schade zou mogen worden verwacht dat eens het inzicht veld wint dat het roer om moet en dat het niet zinvol is om principi?le procedures te voeren die worden gebouwd op drijfzand. Voor zover nodig wordt dat standpunt mede ingegeven door de vele nutteloze verweren die London (Allianz) in deze zaak heeft gevoerd; verweren die allicht een negatieve invloed hebben op de gezondheid van een particulier slachtoffer en die bij hem onnodig gevoelens van frustratie en machteloosheid wakker roepen. Dat geldt al helemaal ? eveneens voorzienbaar ? voor personen die zich bevinden in een situatie als die waarin [verweerder] zich bevond. Bovendien geeft London (Allianz), zoals hierna zal blijken, zowel in appel als in cassatie, in ruime mate een verkeerde voorstelling van zaken. Ik leg hierop enige nadruk omdat het m.i. een belangrijke kwestie is. Zeker professionele proces- partijen, zoals verzekeraars, dienen m.i. met dit soort effecten rekening te houden, wat helaas met enige regelmaat niet gebeurt".
Rechtspraak:
- HR 28 september 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW7507
- HR 21 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:396
- HR 03 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2901
- Parket van de Hoge Raad 28 november 2014, ECLI:NL:PHR:2014:2280