Ministerie van Defensie
Postbus 20703
2500 ES Den Haag
T.a.v. de heer Mr. A.J.M. van Daal
Hoofd Sectie Claims
Den Haag, 18 februari 2009
Ons kenmerk: PX 10
Geachte heer Van Daal,
Militairen die gewerkt hebben met PX 10 en die zich bij Letselschade Haaglanden of bij Defensie hebben gewend, dienen zich te melden voor een keuring bij en door een ABP-verzekeringsarts.
Daarbij is van belang dat de sectie Claims van Defensie het ABP “mandateert” tot het nemen van een beslissing of er een “dienstverband” kan worden aangenomen (de causale fase) ofwel of er een medisch causaal verband aanwezig is tussen enerzijds het werken met het kankerverwekkende reinigingsmiddel PX 10 en anderzijds de medische aandoeningen van de militair.
Vervolgens neemt het ABP een “schriftelijk besluit” waartegen bezwaar en beroep open staat. Eerst daarna onderzoekt Defensie of er gronden voor aansprakelijkheid zijn (de schuldvraagfase).
In mijn nog steeds niet beantwoordde brief van 6 februari 2009 aan de Hoofddirecteur Personeel van Defensie geef ik op diverse gronden aan waarom de ABP-artsen niet de juiste personen zijn om te beoordelen of er een medisch causaal verband bestaat tussen enerzijds het onbeschermd werken met PX 10 en anderzijds mogelijk daaraan gerelateerde kankeraandoeningen.
De verzekeringsartsen van het ABP beschikken immers niet over:
- de uitvoerige medische onderzoeksdossiers (incl. labuitslagen, weefselonderzoek, CT-scans etcetera) vanuit de behandelend medische sector
- specialistische kennis op het gebied van diverse soorten kankeraandoeningen
- specialistische toxicologische kennis, dus bijvoorbeeld over de chemische stoffen die zich bevinden in PX 10 en hun werking daarvan.
Op grond van het vorengaande ben ik de mening toegedaan dat met name het medisch traject door het ABP niet langs zorgvuldige en verantwoordelijke weg wordt uitgevoerd en een groot aantal bezwaar- en beroepsprocedures zullen volgen in kwesties waar de levensverwachting/prognose van menig zieke militair op voorhand toch al onzeker of somber is.
In alle zaken is Defensie in hoedanigheid van werkgever aansprakelijk gesteld. Niettegenstaande het besluit van Defensie om het medisch traject te “mandateren” aan het ABP, neemt zulks niet weg dat Defensie wel degelijk voor het optreden van het ABP verantwoordelijk is.
Ik deel dan ook geenszins uw opvatting, neergelegd in uw brief van 25 november 2008, dat wanneer ik kritiek heb over het optreden van het ABP, ik mij rechtstreeks tot haar moet wenden. Niet het ABP maar Defensie is de aansprakelijke partij!
Voorts veronderstel ik u bekend met het leerstuk van mandaatverlening, meer in het bijzonder wie verantwoordelijkheid is en/of aansprakelijkheid draagt.
Letselschade Haaglanden heeft thans 36 zaken van PX 10 militairen in behandeling. Na een grondige beoordeling daarvan op diverse terreinen zullen er in elk geval in 30 dossiers op zeer korte termijn een claim namens de cliënt(en) worden ingediend, waarbij in eerste aanleg om een voorschot op het smartengeld van € 50.000,00 zal worden verzocht.
Ik baseer mijn inzichten op basis van Hoge Raad jurisprudentie welke uitkomt op een bedrag van
€ 200.000,00 exclusief wettelijke rente vanaf datum aanvang aandoening.
In al deze PX 10 zaken staat onomstotelijk vast dat:
- militairen gewerkt hebben met het kankerverwekkende wapenreinigingsmiddel PX 10
- militairen schade (kanker) hebben opgelopen
- werkgever de wettelijke verplichting had/heeft voor haar werknemers een veilige werkomgeving en/of beschermingsmaatregelen te bieden bij de uitoefening van de opgedragen werkzaamheden
- werkgever hierin duidelijk te kort is geschoten
Omkeringsregel
Gezien de vigerende jurisprudentie van de Hoge Raad ben ik van mening dat in alle PX 10 zaken de omkeringsregel van toepassing. Ik baseer dat op het volgende.
Wanneer door een onrechtmatige daad een risico in het leven is geroepen of is verhoogd, en dit risico verwezenlijkt zich, is daarmee het causaal verband tussen de gedraging en de schade in beginsel gegeven, behoudens de mogelijkheid tot tegenbewijs voor de aansprakelijk gestelde persoon.
Wanneer vaststaat dat iemand onrechtmatig heeft gehandeld doordat hij de kans op een ongeval heeft vergroot en dit risico zich in de vorm van een ongeval heeft verwezenlijkt, is daarmee het vereiste causaal verband (conditio sine qua non) tussen het gedrag en het ongeval in beginsel gegeven.
Het is dan aan de aansprakelijk gestelde persoon om te stellen en aan te tonen dat het ongeval waarschijnlijk ook zou hebben plaatsgevonden indien hij zich niet onrechtmatig zou hebben gedragen. Deze regel ten aanzien van het primaire causaal verband is allereerst toegepast bij de schending van een verkeers- of veiligheidsnorm ( Bewijslast causaliteit:Aansprakelijkheidsrecht Prof. DR. Mr. Van Dam):
Een voorbeeld daarvan is te vinden in het Cijsouw I-arrest, waarin de Hoge Raad overwoog:
'Indien (...) De Schelde in de periode 1949-1967 te kort is geschoten in haar verplichtingen om al die veiligheidsmaatregelen te nemen welke waren vereist met het oog op de haar bekende gevaren van het werken met asbest en dit verzuim de kans dat Cijsouw een tot een mesothelioom leidend asbestkristal zou binnenkrijgen, in aanmerkelijke mate heeft verhoogd, is De Schelde ingevolge art. 1638x voor de daaruit voortvloeiende schade aansprakelijk, ook al heeft die nalatigheid geleid tot de verwezenlijking van een haar toen niet bekend gevaar (mesothelioom). Zulks is slechts anders, indien De Schelde aannemelijk maakt dat het nemen van de destijds vereiste veiligheidsmaatregelen de verwezenlijking van het gevaar van mesothelioom waarschijnlijk niet had kunnen voorkomen.'
In zijn arresten van november 2002 heeft de Hoge Raad uiteengezet dat voor de toepassing van de omkeringsregel is vereist, dat is komen vast te staan dat sprake is geweest:
(a) van een gedraging in strijd met een norm die ertoe strekt een specifiek gevaar ter zake van het ontstaan van schade bij een ander te voorkomen en
(b) dat dit gevaar door de normschending in het algemeen in aanmerkelijke mate wordt vergroot. Voorts dient degene die zich op de schending van deze norm beroept, ook bij betwisting aannemelijk heeft kunnen maken dat in het concrete geval het (specifieke) gevaar waartegen de norm bescherming beoogt te bieden, zich heeft verwezenlijkt.
Vanaf 2002 tot heden is er consistente rechtspraak van de Hoge Raad die ik u bekend veronderstel.
Beleid Letselschade Haaglanden
Een deel van onze PX10-cliënten zijn doodzieke militairen met een sombere levensprognose. Een lange weg naar erkenning van hun situatie en genoegdoening is onmenselijk. Zie de verklaring in dit verband van onze medisch adviseur.
Een ander deel van onze PX-10 cliënten betreft de nabestaanden van overleden militairen. Ook de nabestaanden kunnen menselijkerwijs niet wachten op erkenning en genoegdoening. Verdriet dient men te verwerken, en dit verwerkingsproces mag men niet langdurig uitstellen.
Mijn (nog in leven zijnde) cliënten worden dan ook door mij afgeraden zich te laten beoordelen en te onderzoeken door ABP-artsen, nu de vereiste medische specifieke kennis en deskundigheid bij deze verzekeringsartsen ontbreekt, die beslist niet zijn opgeleid om dit specifieke terrein te onderzoeken en te beoordelen.
Voorzienbaar is een jarenlange schriftelijke strijd zich vertalend in bezwaar en beroepsprocedures tegen Defensie en ABP. Gezien de verwerpelijke houding die u kenbaar maakt in de lopende zaak van mijn cliënt E. kan daarna nog eens een jarenlange juridische strijd bij de civiele rechter over de hoogte van de schadevergoeding tegemoet worden gezien.
Vanaf januari 2008 heb ik u in kennis gesteld van de PX10 problematiek. Ondanks gemotiveerd aandringen mijnerzijds weigerde u een nader onderzoek in te stellen naar de gezondheidssituatie van militairen die met PX 10 hebben gewerkt. Na bekendmaking dezerzijds van uw standpunt en de ernst van deze zaak is uw Minister door de 2e Kamer geordonneerd maatregelen te treffen en adequaat op te treden en de schade met de zieke militairen of nabestaanden te regelen.
Gezien de insteek en werkwijze van de daartoe niet opgeleidde ABP artsen en de te verwachten bezwaar en beroepsschriften heb ik daar geen vertrouwen in.
Datzelfde geldt voor het daarna in te slaan civiel traject van de schadevergoeding waar u op voorspraak van Pels Rijcken & Droogleever Fortuin Advocaten in rechte niet verdedigbare standpunten huldigt. Voorts vind ik de opmerkingen die u of uw Landsadvocaat plaats over mijn inspanningen ten faveure van mijn clienten/militairen en daaraan verbonden kosten van rechtsbijstand onterend en laaghartig.
Zorgelijk en opmerkelijk bedenkelijk is dat nu het ABP als Bestuursorgaan zelfstandig besluiten moet nemen aangaande de Bijzondere Rechtspositieregeling voor (zieke) Militairen, het initiatief hoe in een bezwaarschrift moet worden beslist zulks aan Defensie voorlegt (…..). Ik ben benieuwd wat onder anderen de Bestuursrechter hiervan vindt.
Dat eerst in februari 2009 Defensie een tweetal wetenschappelijke Instellingen verzoekt om de PX 10 materie te onderzoeken komt ambtelijk en rijkelijk veel te laat. Defensie is vanaf januari 2008 bekend met deze kwestie. De verwachting dat vóór 2010 het rapport van deze Instellingen niet tegemoet kan worden gezien, is in ambtelijke kringen een presuppositie dat het nog veel langer gaat duren.
Merkwaardig is dat recent een medewerker van TNO een opdracht van Letselschade Haaglanden om PX 10 te testen weigerde na overleg met Defensie te hebben gehad (..). Voorts liet de betreffende medewerker weten dat op verzoek van Defensie PX 10 al eens was getest. Wanneer? Op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur zal ik hierover om opheldering vragen.
Defensie mag in staat worden geacht zich te voorzien van medisch adviseurs die kennis op het betreffend terrein hebben. Binnen enkele weken verzamelen onze medisch adviseurs het volledig medisch dossier incluis labuitslagen. Samen met specialistische expertise formuleren onze medisch adviseurs zich een medisch causaal beeld dat leidt tot wel of geen aansprakelijkheid. Een uiterst professionele en zeer adequate handelwijze die zijdens Defensie navolging verdient in plaats van zich thans te verschuilen achter Instituten die op voorhand vele maanden van onderzoek aankondigen.
Dit terwijl er militairen ernstig ziek zijn en een korte levensduurverwachting hebben (onderschat u ook niet het leed binnen de familie) dan wel nabestaanden die graag menselijkerwijs door een niet te ontwijken verwerkingsproces van verdriet ten gevolge van het overlijden van hun dierbare heen moeten.
Ik heb dan ook geen boodschap aan het ABP wat het medisch traject van aldaar werkzame artsen betreft. Evenmin aan het afwachten totdat u bent gerapporteerd door een of meerdere Onderzoeksinstituten (waarbij men zich kan afvragen wat er gerapporteerd gaat worden).
Letselschade Haaglanden zal op de huidige wijze het ingezette beleid handhaven. Defensie is mede op basis van de omkeerregel in juridische zin aansprakelijk. Het medisch dossier inclusief het daarbij uitvoerig advies van onze medisch adviseurs zal aan u worden toegezonden vergezeld van een schadeclaim. Volgt binnen een redelijke termijn geen redelijke schadevergoeding dan staan wij - met de nodige publiciteit – bij de rechter.
Zoals eerder gesteld is er wel grote betrokkenheid zijdens Letselschade Haaglanden met de doodzieke militairen en/of famillie.
Hoogachtend,
Johannes de Bruin
Directeur Letselschade Haaglanden