Geachte dames en heren van de SP/Tweede Kamer
Hartelijk dank voor uw e-mail van gisteren inzake Defensie en PX-10. De door u gestelde Kamervragen heb ik geplaatst op ons forum (
www.letselschadeforum.nl).
Ik verwijs u naar de bijlage van een (concept) artikel dat de Telegraaf gaat plaatsen op mijn verzoek. Wilt u zolang nog niet tot plaatsing is overgegaan, met dit artikel niet extern gaan?
Wat mij bijzonder stoort is dat Defensie mij schriftelijk tot tweemaal toe heeft aangegeven dat men aan mijn cliënt een VOORSCHOT OP HET SMARTENGELD van euro 50.000,00 heeft laten overmaken.
Deze voorschotten zijn door cliënt ontvangen en hebben een bestemming gekregen, zoals een sportauto (cliënt wil die paar laatste jaren nog genieten van het leven), een verbouwing aan zijn huis en een bedrag dat aan zijn kinderen is verstrekt.
Wat is er thans gaande.
Defensie corrigeert thans na enkele maanden schriftelijk door aan te geven dat het bedrag van euro 50.000,00 niet mag worden aangemerkt als een voorschot op het smartengeld (immateriële schade) maar als een voorschot op de materiële schade. Die bestaat bijvoorbeeld uit huishoudelijke hulp, medisch vervoer, onderhoud eigen huis, etc.
Het bedrag van euro 50.000,00 dat inmiddels door cliënt is uitgegeven nu het als smartengeld was bestempeld moet nu dus worden verrekend met toekomstige materiële schadeposten tot een beloop van euro 50.000,00.
Het komt er feitelijk op neer dat cliënt dit uit eigen middelen moet betalen (zijn FLO inkomen is thans euro 1.500,00) doordat Defensie geblunderd heeft. Ik acht dit een grove vorm van onbehoorlijk bestuur/incompetentie van de Sectie Claims van Defensie.
Als het ABP daartoe termen aanwezig ziet, krijgt cliënt een extra invaliditeitspensioen dat kan oplopen tot 140% van het laatstverdiende inkomen. Dit extra invaliditeitspensioen is aldus de Centrale Raad van Beroep aan te merken als een vorm van vergoeding van immateriële schade ofwel smartengeld, tenzij deze vorm van vergoeding tot een onredelijke of niet billijke uitkomst leidt.
Defensie is dus aan het zwalken.
Eerst een tweetal voorschotten van euro 25.000,00 overmaken aan cliënt onder de nadrukkelijk benoemde titel " smartengeld" en thans, men kreeg kennelijk de eerdergenoemde uitspraak van de Centrale Raad in zicht, gooit men het roer om en benoemt men met terugwerkende kracht de voorschotten tot onder " algemene titel" ofwel voor geleden en nog te lijden materiële schade.
Er is rechtspraak voorhanden dat cliënt 100% kan opgaan voor zijn geleden en nog te lijden schade en die kan verhalen op de aansprakelijke partij. Daarmee is cliënt niet verplicht gebruik te maken van het ambtenarenrecht, zoals ingewikkelde ABP-voorzieningen die niet alleen zeer langdurig zijn qua aanvraagprocedure, maar steeds herhaald moeten worden als cliënt om een voorziening vraagt. Van een doodzieke man met nog slechts enkele jaren te leven kan men dit niet vragen.
Nog even terug naar het extra invaliditeitspensioen in relatie tot het smartengeld.
Het extra invaliditeitspensioen zal, zoals is door mij becijferd, op jaarbasis globaal 6.000 euro bedragen en moet volgens de Centrale Raad van Beroep als een vergoeding van immateriële schade (smartengeld) worden aangemerkt, tenzij dit als onredelijk of niet billijk wordt ervaren.
Cliënt heeft waarschijnlijk nog 3 jaren te leven op grond waarvan hij in totaal, verspreid over 3 jaren (..) 18.000 euro ontvangt.
Bestudering van de smartengeldrechtspraak leidt tot het inzicht dezerzijds dat cliënt rechtens aanspraak kan maken op een bedrag van euro 200.000,00.
Bovendien wist Defensie in juni 2006 van haar Kolonel Ter Zee Arts/Internist dat cliënt kanker had opgelopen en dat er een duidelijk verband was met zijn werkzaamheden bij de Marine. Defensie deed evenwel niets en hield de zaak onder de pet. Rechtens geldt dat naast vergoeding van smartengeld ook mogelijk dit moet worden gesuppleerd met wettelijke rente over het gehele smartengeldbedrag vanaf het moment van het ontstaan van deze vordering, of wel juni 2006!.
De wettelijke rente is door mij becijferd op euro 25.000,00 waarmede de totale smartengeldvordering uitkomt op euro 225.000,00.
In de vergelijking met wat cliënt verkrijgt op basis van een extra invaliditeitspensioen op grond van ambtelijke regelingen (euro 18.000,00) en waar hij ingevolge de normale bepalingen van het civiele recht, recht op zou hebben (euro 225.000,00) is hier overduidelijk sprake van rechtsongelijkheid. Dit klemt temeer nu cliënt zijn gehele leven in dienst stelde van de Marine die door haar onrechtmatig handelen of nalaten (mensen voldoende beschermen tegen gevaarlijke stoffen etc.) er voor heeft gezorgd dat cliënt hooguit nog een paar jaar te leven heeft en thans ook nog eens wordt geconfronteerd met incompetent handelen van de Sectie Claims van Defensie.
Defensie wenst hiernaar niet te luisteren en houdt volstarrig vast aan de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, niettegenstaande de nuancering die dit rechtscollege aanbrengt (tenzij dit leidt tot onredelijkheid of niet billijkheid) en de rechtspraak van de Hoge Raad dat cliënt zijn volledige schade kan verhalen op de aansprakelijke partij!
Overigens berichtte de Sectie Claims van Defensie een paar maanden geleden aan mijn kantoor dat cliënt naar haar inzichten recht had op vergoeding van smartengeld van euro 50.000,00 en ging alvast teneinde aan verdere wettelijke renteclaims te ontkomen over tot bevoorschotting op het smartengeld (nadrukkelijk schriftelijk aangekondigd) van euro 25.000,00. Zoals gesteld is Defensie thans een andere mening toegedaan: uw cliënt heeft geen recht op smartengeld, dat zit in het extra invaliditeitspensioen en de verstrekte voorschotten op het smartengeld moeten thans worden aangemerkt als voorschotten op de materiële schade.
Vanaf november 2007 tot heden is door mijn kantoor veel werk aan deze zaak besteed. Mijn declaraties worden niet door Defensie betaald, (wet en jurisprudentie schrijven dat dwingend rechtelijk voor!) wel worden er hatelijke opmerkingen daarover gemaakt. In feite zou ik mijn dienstverlening jegens cliënt moeten staken. Cliënt heeft inmiddels een bescheiden bedrag uit zijn smartengeld aan mij betaald. Met dank aan Defensie!
Gaarne wil ik een civiele procedure starten tegen Defensie, maar naar verwachting leeft cliënt niet meer wanneer de rechter een vonnis of arrest wijst. Ik weiger t.z.t. het vonnis of arrest aan het graf van cliënt te laten betekenen.
Tot slot nog een betoog over de "Rechtspositionele regelingen voor Militairen" die het ABP uitvoert. Naast een invaliditeitspensioen en een extra invaliditeitspensioen kan cliënt aanspraak maken op vergoeding terzake huishoudelijke hulp, medisch vervoer, onderhoud huis. Elke keer zal cliënt dat afzonderlijk bij het ABP moeten aanvragen en dokters-verklaringen moeten overleggen.
Vervolgens gaat een batterij aan ABP-ambtenaren aan het werk. Claim-Beoordelaars, medisch adviseurs, indicatorstellers, bezoekers aan cliënt etc. Alle gedane uitkeringen worden door het ABP elke keer als zich een aanvraag van cliënt voordoet, geclaimd bij en betaald door Defensie! Defensie maakt daarbij ook weer gebruik van een batterij aan ambtenaren, medisch adviseurs etc.
Aan het eind van het jaar controleert de Algemene Rekenkamer de uitgaven van Defensie.
In de civiele letselschadepraktijk komen advocaat van slachtoffer en verzekeraar een lump sum overeen, ofwel een bedrag ineens dat voor het slachtoffer compenseert geleden en nog te lijden materiële schade en immateriële schade. Middels een zogeheten vaststellingsover-
eenkomst waarin finale kwijting is opgenomen, leggen partijen dit vast en komen daarna niet meer op de zaak terug.
Het moge duidelijk zijn dat de werkwijze van Defensie en ABP in het hierboven geschetste geval, waarin men periodiek tot schadevergoeding overgaat, een enorm apparaat aan het werk zet ter beoordeling van de aanvragen van cliënt en dat niet in de laatste plaats een enorme administratieve belasting voor cliënt met zich meebrengt, onvoorstelbaar hoge en onnodige kosten impliceert.
Anders gesteld: Ambtenarij ten top en belastinggeld waar zeer onverantwoord mee wordt omgegaan.
Ik ben bereid tot een nadere toelichting.
Met vriendelijke groet,
Johannes de Bruin
Letselschade Haaglanden