Author Topic: Defensie en kankerverwekkende werkomstandigheden  (Read 4669 times)

0 Members and 1 Guest are viewing this topic.

Jan

  • Algemene moderator
  • Senior
  • *****
  • Posts: 487
Defensie en kankerverwekkende werkomstandigheden
« on: 7 August 2008, 14:42:51 »

 
   


   De Minister van Defensie
   Dr. E. van Middelkoop
   Postbus 20701
   2500 ES  Den Haag
      

   





Den Haag,   7 augustus 2008
Ons kenmerk:   JB RB 060606/1141PS
Uw kenmerk :     Schoonmaakmiddel PX 10 en kankerverwekkende werking





Excellentie,

Gaarne breng ik u de volgende kwesties, als van zeer ernstige aard, onder uw aandacht.

Als raadsman treed ik op voor de heer H. J. E, geboren 11 augustus 1957, hierna te noemen cliënt.

Cliënt heeft vanaf 1975 tot begin jaren 90 in dienst van het Ministerie van Defensie als Konstabel onafgebroken gewerkt met het ontsmettingsmiddel/reinigingsmiddel PX 10 (benzeen bevattend) waarmee wapens werden schoongemaakt.

Aan boord van een Marinefregat werd door cliënt voortdurend wapens/vuurmiddelen schoon gemaakt, waarbij de kankerverwekkende reinigingsstof PX 10 in open tanks in de werkruimte van cliënt stond. De vloeistof werd bewaard in een zinken bak waarin een laag PX 10 vloeistof aanwezig was met een baddiepte van 10-20 cm. Deze bakken werden niet dampvrij afgesloten met een deksel bestaande uit een metalen plaat.

De wapens werden gereinigd en uiteengenomen waarbij gebruik gemaakt werd van een kwast en voorts onderdelen in de vloeistof werden ondergedompeld. Hierna werden de wapens weer in elkaar gezet en opgeborgen in rekken in dezelfde ruimte. Het is dus ook begrijpelijk dat alle wapenopslagplaatsen sterk roken naar PX10 vanwege de vluchtigheid, waardoor de beheerder niet alleen veelvuldig in contact kwam met de vloeistof, maar ook de hele dag dampen inademde.

Cliënt, die belast was met het onderhoud van de wapens, kwam daardoor ook veelvuldig in contact met deze vloeistof/damp. Het kwam er derhalve op neer dat cliënt tijdens zijn werkzaamheden aan boord van een Marinefregat en andere Defensieschepen dagelijks in aanraking met PX10 kwam (en dus met benzeen is gekomen) en zowel blootstond aan de dampvorming als ook aan contact met de huid.

Binnen de Marine is het gebruik van de vloeistof PX10 in de begin jaren 90 streng verboden en daar zijn zeer goede redenen voor aan te geven.

In mei 2005 wordt cliënt vanwege medische klachten door de Militair Arts verwezen naar de afdeling Inwendige Geneeskunde in het Gemini Ziekenhuis te Den Helder in verband met een onbegrepen aandoening. De Marine Arts denkt aan een lymfklieren afwijking, mogelijk de ziekte van Hodgkin (een kwaadaardige ziekte van de lymfklieren).

De zwelling wordt nader onderzocht en de Luitenant Kolonel Ter Zee Arts Dr. Timmerman, internist, constateert dat er in het bloed van cliënt afwijkingen zijn die berusten op een myelodysplastisch syndroom (een afwijking in het beenmerg waardoor te weinig bloedcellen aangemaakt worden).

Dr. Timmerman verwijst cliënt hierop naar de afdeling Hematologie (bloedziekten) van het VU Medisch Centrum te Amsterdam waar (helaas voor cliënt) de diagnose bevestigd wordt.

Bij een myelodysplastisch syndroom bestaat er een gestoorde aanmaak van alle bloedcellen. Zowel van de rode en de witte bloedlichaampjes als ook van de bloedplaatjes. De bloedplaatjes spelen een grote rol in de bloedstolling, zodat bij een stoornis hiervan bloedingen kunnen optreden. De rode bloedcellen zijn zeer belangrijk voor het zuurstoftransport in het lichaam; bij een tekort hiervan ontstaat bloedarmoede, wat ernstige vermoeidheidsklachten tot gevolg heeft. Bij stoornissen in de aanmaak van de witte bloedcellen worden er afwijkingen in de afweer gevonden. Iemand met te weinig witte bloedcellen loopt groot gevaar op het krijgen van infecties via bacteriën die normaal voor een gezond individu niet schadelijk zijn.

Cliënt krijgt in de loop van 2006 een aantal ernstige infecties waarvoor intensieve medische behandelingen worden gestart.

Op 6 juni 2006 bericht de Luitenant Kolonel Arts Dr. Timmerman, internist, aan de Officier Arts van de Ziekenboeg in Den Helder dat cliënt is verwezen naar Professor Dr. Huygens en Professor Dr. van Loosdrecht, beiden werkzaam in het Vrije Universiteit Medisch Centrum Amsterdam in verband met een progressieve pancytopenie op basis van myelodysplastisch syndroom (toenemend algeheel celtekort) en wordt door deze Luitenant Kolonel Arts een direct medisch causaal verband gelegd tussen de reinigingsstof PX 10, die benzeen bevat, de werkzaamheden van cliënt als Konstabel bij de Marine en diens ernstige leukemie aandoening.

Vanaf dat moment (6 juni 2006) wist of behoorde het Ministerie van Defensie te weten dat cliënt zeer ernstig ziek was en dat er een zeer duidelijk verband diende te worden gelegd met de werkzaamheden die cliënt verrichtte als Konstabel bij de Koninklijke Marine.

Het Ministerie van Defensie doet evenwel niets. Daarmede staat mijns inziens een flagrante schending van artikel 7: 611 Burgerlijk Wetboek vast. Genoemd wetsartikel stelt dat de werkgever zich als een goed werkgever jegens de werknemer dient te gedragen, bij gebreke waarvan aansprakelijkheid zich aandient.

Gezien de omstandigheid dat er voor militairen “bijzondere rechtspositionele regelingen” bestaan bij ongevallen/voorvallen, waarbij een relatie aanwezig is met de uitoefening van de betreffende functie had het Ministerie van Defensie vanaf 6 juni 2006 haar verantwoordelijkheid jegens haar trouwe werknemer - die het landsbelang 33 jaar heeft gediend en daardoor ernstig ziek werd – moeten nemen.

In november 2007 wendt de inmiddels zeer ernstig zieke cliënt zich tot Letselschade Haaglanden met het verzoek een aansprakelijkheidskwestie jegens het Ministerie van Defensie aanhangig te maken. Cliënt heeft hooguit nog enkele jaren te leven, de kwaliteit van zijn leven zal gestaag afnemen.

Zoals de omvang van het voor mij liggend dossier aantoont is er door mij en assistenten veel onderzoekswerk verricht en niet in de laatste plaats is een zeer groot aantal telefoongesprekken gevoerd om van het Ministerie van Defensie relevante informatie te verkrijgen ter onderbouwing van de aansprakelijkheid.

Na deze enigszins lange inleiding leg ik u de volgende verzoeken voor.


Ten eerste
Dien ik het verzoek in dat u zich persoonlijk met de afwikkeling van de letselschadezaak van cliënt  bezighoudt en daar waar nodig is u bijstuurt in die zin dat ambtelijke langdurige trajecten worden voorkomen. Cliënt heeft nog kortstondig te leven en is gebaat met een zeer spoedige afwikkeling van zijn zaak (en dat werd door ons hoogste rechtscollege de Hoge Raad reeds in 1992 bevolen).


Ten tweede
Verzoek ik u te bewerkstelligen dat de behandeling van deze zaak in handen wordt gesteld van een medewerker van het Ministerie van Defensie die competent is en de nodige zorgvuldigheid en nuance ten grondslag legt bij het innemen van standpunten, mondeling dan wel schriftelijk. Het belang van de zaak van mijn cliënt verdraagt zich beslist niet met de huidige aanpak door de Sectie Claims van het Ministerie van Defensie. Het afdelingshoofd van de sectie Claims heb ik hiervan in kennis gesteld edoch om mij niet bekende reden(en) reageert voornoemde functionaris niet.


Ten derde
Er zijn honderden Konstabels in de jaren 70 tot 90 op marineschepen werkzaam geweest en zijn daarbij ongetwijfeld langdurig blootgesteld geweest aan het kankerverwekkende schoonmaakmiddel PX 10.

Mijn indringend verzoek is derhalve aan u dat u zult bewerkstelligen dat het Ministerie van Defensie achterhaalt of mogelijk nog meer medewerkers of ex-medewerkers ten gevolge van de werkzaamheden met het schoonmaakmiddel PX10 medische problemen hebben opgelopen en of u bereid bent hen een passende schadevergoeding - waarbij onnodig ambtelijke procedures worden voorkomen - aan te bieden. Zulks tegen de achtergrond van het gestelde in artikel 7: 611 Burgerlijk wetboek (goed werkgeverschap jegens werknemers).

De volgende Fractievoorzitters van de Tweede Kamer worden van dit schrijven in kennis gesteld:

-   VVD
-   SP
-   CDA
-   PvdA
-   Christen Unie
-   D’66
-   Groen Links
-   PVV

Voorts wordt dit schrijven gepubliceerd op onze website (Forum Letselschade).

Met belangstelling zie ik uit naar uw berichten.


Hoogachtend,

Johannes de Bruin
Directeur Letselschade Haaglanden

Jan

  • Algemene moderator
  • Senior
  • *****
  • Posts: 487
Re: Defensie en kankerverwekkende werkomstandigheden
« Reply #1 on: 7 August 2008, 15:02:26 »



 
   


   Fractievoorzitter VVD/PvdA/CDA/Christen Unie/PVV/SP/D'66/Groen Links
   Postbus 20018
   2500 EA  Den Haag
      
      

   





Den Haag,   7 augustus 2008
Ons kenmerk:   JB RB 060606/1141PS
Uw kenmerk :     Letselschade werknemer(s) Defensie




Geachte heer, mevrouw,

Bijgaande bescheiden waarvan de inhoud voor zich spreekt zend ik u vertrouwelijk toe.

Aan de orde is het gegeven dat honderden Konstabels aan boord van marineschepen in de jaren 70 tot begin jaren 90 onbeschermd hebben gewerkt met reinigingsmiddelen ten behoeve van het schoonmaken van geweren, kanonnen en andere wapens en daarbij vanwege de hoge concentratie van benzeen zeer wel mogelijk een zeer agressieve vorm van leukemie hebben opgelopen die zich vele jaren later manifesteert. De levensverwachting is daarbij aanzienlijk verkort tot 3 jaren hooguit 5 jaren.

Ik vraag uw aandacht voor de wijze waarop het Ministerie van Defensie omgaat met de behandeling en afwikkeling van letselschadeclaims van haar eigen militairen.

Voorts vraag ik uw aandacht voor mijn verzoek aan de Minister van Defensie om een grondig onderzoek in te stellen naar de huidige medische situatie van (ex) militairen die in die jaren 70 tot beginjaren 90 met het voornoemd reinigingsmiddel hebben gewerkt en of er sprake is van een (arbeidsgerelateerd) ziektebeeld, de Minister van Defensie bereid is tot een passende schadevergoeding, die, gelet op de aangetoonde korte levensduur van de betreffende militair, op zeer korte termijn moet worden gerealiseerd.

U kunt mij telefonisch benaderen voor een verdere toelichting.



Met vriendelijke groet,

Johannes de Bruin
Directeur Letselschade Haaglanden