Ik ben het vooralsnog niet met u eens dat dit een gewonnen zaak lijkt.
Na 9 weken gaat u weer volledig aan het werk en 2 jaar later bij een partij tennis (fysiek belaste sport) bemerkt u schouderletsel.
Op u rust de bewijslast aan te tonen dat het sportletsel dat 2 jaar na valpartij van de trap ontstond een oorzaak heeft in het bedrijfsletsel (van 2 jaar geleden).
Dat bewijs moet komen van een medisch specialist en ik betwijfel of die dat kan bevestigen. Immers, want men (de verzekeringsmaatschappij) kan stellen dat u moet aantonen dat er in die 2 jaar na ongeval echt geen andere ongevallen/voorvallen u overkomen zijn. Dat lijkt me bewijstechnisch een zeer moeilijke zo niet onmogelijke opgave.
Mogelijk dat alle destijds gemaakte rontgenopnamen etc. worden opgevraagd en die worden gelegd naast de nieuwe rontgenopnamen nu en dat een onafhankelijk specialist een uitspraak wordt gevraagd naar het causaal (oorzakelijk) verband. Misschien dat destijds door de specialist iets over het hoofd is gezien (dan hebt een tweede zaak erbij!).
U moet de werkgever zo snel mogelijk aansprakelijk stellen (waarom hebt u dat nooit eerder gedaan?). Na bedrijfssluiting of faillissement houdt de beroepsaansprakelijkheidsverzekering (is die wel afgesloten door uw werkgever?) op te bestaan.
Valpartij van een trap wil overigens niet zeggen dat werkgever aansprakelijk is.
Werkgever heeft een zorgplicht dat u bijvoorbeeld onder veilige werkomstandigheden met veilige materialen op een goede plek uw werk verricht.
De vraag is dan ook wat u uw werkgever verwijt of waarin deze is te kort geschoten.
Kortom, niet bepaald een zaak waar u zo even uit zult zijn, vrees ik. Beste is dat u een deskundige belangenbehartiger inschakelt. Rekent u daarbij wel op kosten.
Letselschade Haaglanden
Johannes de Bruin
NB: leest u op onze website onder menu Rechtspraak deze uitspraak van de Hoge Raad (vordering werknemer werd afgewezen)
HR 071207 val van trap, geen werkomgeving, of werkzaamheden, die zodanige risico's van dit soort ongevallen opleveren
3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) [Eiser] was ten tijde van het hierna vermelde ongeval in dienst bij Shell.
(ii) Tot [eisers] taken behoorde het aanvullen van ontbrekende kitspuiten. Deze zaten verpakt in dozen van 12 stuks; ze lagen op pallets gestapeld in het magazijn. De pallets lagen op een verhoging; de dozen waren in drie lagen gestapeld.
(iii) In het magazijn was een verplaatsbare trap met vijf treden aanwezig. Deze was voorzien van een stabilisatievoet met antisliprubbers en een leuning ter vergroting van de grijpmogelijkheden. Deze trap was in beginsel geschikt om daarmee dozen van de stapel op de pallet te pakken.
3.2.1 In de onderhavige procedure vordert [eiser] van Shell vergoeding van schade als gevolg van een bedrijfsongeval dat, volgens hem, is voorgevallen op 15 juli 2002 als gevolg waarvan hij blijvend letsel zou hebben opgelopen. Hij stelt daartoe, kort gezegd, de volgende toedracht. Omdat de kit op was, wilde hij een doos kit uit het magazijn halen. Daartoe gebruikte hij niet de hiervoor in 3.1 (iii) genoemde trap, maar een trapje met minder treden. Bij het pakken van de doos kitspuiten werd hij verrast door een doos die, kennelijk enigszins naar achteren geschoven, gedeeltelijk steun vond op de doos die [eiser] heeft willen pakken. Deze doos had hij niet eerder opgemerkt. Toen deze doos viel heeft hij het evenwicht verloren, is hij ongecontroleerd van de bovenste trede van het trapje afgestapt en heeft hij als gevolg daarvan door een verdraaide knie knieletsel opgelopen. Dat [eiser] het door hem gebruikte trapje uit het snijhok had genomen kan in cassatie worden aangenomen, omdat [eiser] dit in de feitelijke instanties heeft gesteld, de kantonrechter en het hof dit als vaststaand hebben aangenomen, [eiser] die vaststelling in onderdeel 2.1 weliswaar bestrijdt, maar op de in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 5.2.2, 5.3.2 en 5.4 genoemde gronden tevergeefs. Op de in die conclusie onder 5.6.1, 5.6.2, 5.7.1 en 5.7.2 genoemde gronden geldt hetzelfde voor onderdeel 2.3.1 dat zich tevergeefs keert tegen de vaststelling van het