Den Haag, 3 juni 2008
Ons kenmerk: JB RB 080206/1159PS -
Uw kenmerk : .....................................
Geachte heer,
U treft bijgaand aan het schrijven van 30 mei 2008 van Reaal Verzekeringen met in bijlage het rapport van de schaderegelaar de heer C.
Cliënte is nabij het kantinegebouw, waar zich diverse sleuven bevonden die gegraven waren in verband met het aanleggen van kabels voor de lichtmasten, in een haar niet van tevoren bekende kuil gestapt (en daarover heb ik reeds voldoende bericht).
Uit het rapport van de schaderegelaar blijkt dat de voetbalvelden en overige gronden in eigendom toebehoren aan de gemeente Rijswijk. De opstallen (de gebouwen, zie nog eens een overzicht van het complex) behoren toe aan de voetbalvereniging Haaglandia.
U zult het met mij eens zijn dat de gemeente Rijswijk in deze kan worden aangesproken of op grond van artikel 6: 173 Burgerlijk Wetboek (aansprakelijkheid voor gebrekkige roerende zaken) dan wel op grond van artikel 6 : 174 BW (de tegenhanger van artikel 6 : 174 BW, onroerende zaken).
In beide gevallen wordt er een risico-aansprakelijkheid op de bezitter van een gebrekkige roerende zaak dan wel van de opstal gelegd en is disculpatie niet mogelijk.
In mijn optiek dient dan ook de gemeente Rijswijk tot vergoeding van de schade van cliënte over te gaan en kan zij zo nodig op derden een verhaalsrecht uitoefenen.
Niet ondenkbaar is dat ook artikel 6: 171 BW van toepassing is (aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten). Dit artikel vestigt wederom een risico aansprakelijkheid voor fouten van niet-ondergeschikten, aan wie men de zorg voor bepaalde bedrijfsgerelateerde werkzaamheden heeft uitbesteed dan wel overgelaten. Disculpatie is de opdrachtgever (gemeente Rijswijk) niet toegestaan.
Met Reaal verzekeringen zou ik wel een discussie willen voeren of de kuil waarin cliënte is gevallen valt aan te merken als een opstal waar aan een gebrek kleeft.
Maar aangezien duidelijk is (en dat roep ik al enige weken!) dat de gemeente Rijswijk eigenaar is van deze opstal, is zij krachtens de wet risico-aansprakelijk en dient zij tot regeling van de schade van cliënte over te gaan. Mocht daarbij de gemeente Rijswijk van mening zijn dat het elektriciteitsbedrijf Eneco aansprakelijk is, dan staat het haar vrij na de schade-uitkering aan cliënte haar verhaalsrecht uit te oefenen op dat bedrijf.
Ik ben uitgepraat en zie thans uw bevestiging tot het aanvangen van de regeling van de schade van cliënte tegemoet. Mij rest anders het uitbrengen van de dagvaarding.
Met vriendelijke groet,
Johannes de Bruin
Directeur Letselschade Haaglanden