Fortis ASR
Weena 70
3012 CM Rotterdam
Den Haag, 18 september 2007
Ons kenmerk: JB RB 030125/716PS -
Uw kenmerk: 70.536393-250103-47
Geachte ,
Uw brief van 13 september 2007 kwam in mijn bezit.
Ik vind het teleurstellend dat u niet kiest voor mijn voorgestelde pragmatische oplossing. Uw subtiele (…) opmerking dat de genoteerde/aangetoonde materiële schade slechts € 162,00 bedraagt doet inhoudelijk uwerzijds geen recht aan deze zaak.
Ik verwijs u naar eerdere aan u gerichte brieven maar gelet op uw brieven van 3 mei 2007 respectievelijk 13 september 2007 hecht u daaraan kennelijk geen waarde. Ik voeg daaraan toe dat cliënte niet tot haar genoegen naar De Gezonde Zaak is geweest voor medische begeleiding en training teneinde te leren omgaan met haar medische beperkingen tengevolge van een ongevalsgerelateerd whiplashtrauma.
Ik heb u bijvoorbeeld bij brief d.d. 30 september 2005 expliciet uiteengezet hoe de situatie van cliënte is en waaruit de letselschadeclaim van cliënte zou kunnen bestaan. Voorts is genoegzaam weerlegd de opvattingen van uw Maatschappij respectievelijk uw medisch adviseur (thans werkzaam ten kantore van mijn medisch adviseur).
Aangezien u niet ingaat op mijn pragmatisch voorstel om uit te gaan van een slotuitkering van
€ 15.000,00 wordt dit eerder gedane aanbod bij deze ingetrokken.
U kondigt inschakeling van een Letselschadebureau aan. Alhoewel vanzelfsprekend dezerzijds bereidheid bestaat tot volledige medewerking, indien en voorzover redelijk, vraag ik mij af wat het nut daarvan is.
Naar mijn idee dient er eerst een onafhankelijke neurologische expertise plaats te hebben en daarna een onafhankelijk arbeidsdeskundig onderzoek in verband met het door cliënte aangegeven verlies van arbeidsvermogen (geen 32 uur kunnen werken maar slechts 20 uur) respectievelijk behoefte aan hulp in de huishouding.
Vervolgens zal dan een NRL-berekening moeten worden vervaardigd om de volledige schade inclusief belastingschade van cliënte concreet en gemotiveerd in beeld brengen. Mijn inschatting is dat dit een veelvoud zou kunnen zijn in relatie tot het zeer redelijke bedrag dat ik in het kader van een afwikkeling heb genoemd.
Genoemde rapportages, zoals hierboven genoemd, kunnen zonodig dienstbaar zijn aan een terzake op te stellen dagvaarding.
Mocht u in dezen het door u veelvuldig ingeschakelde Assuraad voordragen, dan wens ik gezien het verleden, dat het door genoemd Expertisebureau uitgebrachte bezoekrapport door cliënte respectievelijk ondergetekende geaccordeerd wordt. Dit om te voorkomen dat er onnodig een extra niet gewenste ruis in deze zaak wordt ingebracht. Een strategie die uw Maatschappij en aan haar gelieerde Buro’s maar al te graag voert.
Leest u wellicht ten overvloede het vonnis van de Rechtbank Zwolle d.d. 7 februari 2007 (LJN BA 8627) waarin de Rechtbank in rechtsoverweging 34 ten volle uithaalt naar de wijze van schaderegelen door Assuraad.
Ik dien dan ook nog met cliënte te bespreken of zij “dergelijke heren†te woord wenst te staan. In een aantal dossiers hier ten kantore willen cliënten dat nooit meer!
Voorts zie ik toch gaarne, alvorens er verdere handelingen en/of besprekingen in deze zaak worden gevoerd dat mijn opstaande declaratie van 7 oktober 2005 voor een bedrag van € 2.924,43 gesuppleerd met de wettelijke rente door u wordt vergoed.
Daarnaast wens ik van u een uitspraak dat ook mijn kosten van rechtsbijstand verbonden aan het bezoek van het door u ingeschakelde Letselschadebureau door u zullen worden vergoed.
U en ik zijn bezig met het vaststellen van letselschade. Wellicht ten overvloede attendeer ik u op HR 11 juli 2003, NJ 2005/50 met noot van JMBV.
Ik zie uw berichten met belangstelling tegemoet.
Met vriendelijke groet,
Johannes de Bruin
Directeur Letselschadebureau Haaglanden
NB: Deze brief wordt geplaatst op ons forum